Potjestraining: hoe krijg je je kind zindelijk?

Omdat ik al drie kids zindelijk kreeg, ben ik ondertussen een waar expert geworden in deze potjestraining 😉. Vandaag deel ik mijn inzichten en tips om je kind zindelijk te maken met jullie.

Wanneer beginnen met de zindelijkheidstraining?

Dat hangt echt van kind tot kind af. Het ene kindje is al zindelijk op 20 maanden, het andere pas tegen zijn derde verjaardag. In het algemeen kan je zindelijk maken vanaf 18 maanden. Wij deden het pas als ze ruim 26 maanden waren en dat leek ideaal.

Mijn inzichten en tips om je kind zindelijk te krijgen

1. Zet het potje uit en laat hen er al even op zitten

Dat potje is iets nieuws. Daar moeten ze even aan wennen. Zet het potje dus enkele weken voor je met de zindelijkheidstraining wil starten, al even uit. Laat hen er op zitten met hun broek aan en wees vooral enthousiast als hij er aandacht voor heeft.

2. Lees boekjes

Er zijn een aantal leuke boekjes te vinden in de bibliotheek. Boekjes lezen en vooral opnieuw lezen zorgt ervoor dat ze het langzaam begrijpen. Die boekjes zijn echt een grote hulp.

3. Neem ze mee naar het toilet

Neem ze eens mee naar het toilet. Zeg dat mama ook pipi doet. Ja, ik weet het: gezellig is het niet. Want dan willen ze altijd mee. Dus dat betekent dat je NERGENS meer rust hebt….aargh! Maar ze zien wat jij doet en zo wordt het voor hen ook concreter.

4. Laat hen broekjes dragen

Laat de pamper uit en doe hen een broekje aan. Laat ze zo rondlopen. De eerste keren schrikken ze hard als ze plassen. Daarna zijn er enkele kringen in het broekje en stoppen ze als ze hun broekje voelen nat worden. Het duurt enkele dagen voor het wat lukt. Als je na een paar dagen geen beterschap ziet, dan stop je best een paar weken. Daarna kan je het nog eens proberen.

5. Zet ze om de 20 minuten op het potje

Om de vijf minuten wou ik vragen: “Moet je al pipi doen?” Maar dit is niet zo’n goeie strategie. Op den duur is hij dit beu en word je zelf gek. Dus zette ik hem om de 20 minuten even op het potje. In het begin deed hij niks en na vijf minuten was het natuurlijk in zijn broekje. ’s Ochtends en na zijn middagdutje heb je het meeste kans op succes. Als het dan eindelijk lukt, klap je zo hard in je handen en doe je een vreugdedansje. Die oogjes gaan blinken en dat is de eerste goeie stap.

6. Geef ze wat privacy

Het potje stond in de badkamer (die is beneden) en we lieten de deur op een kiertje. Dit leek de beste manier. Zo krijgen ze de privacy die ze nodig hebben. Want jij kan ook niet goed naar het toilet gaan als er iemand op zit te kijken.

7. Laat ze zelf doorspoelen

Na een plasje, mochten ze zelf meegaan naar het toilet en op de doorspoel knop duwen. Dikke pret! Onze maandrekening van november swingt de pan uit, maar je moet er iets voor over hebben he 😉.

8. Beloon ze met rozijntjes en stickers

Snoepjes vond ik er wat over. Dus koos ik voor rozijntjes. Voor elk plasje in het potje, kreeg hij een rozijntje. Dat vond hij super. Daarna mocht hij ook een sticker kleven op het stickerblad. Schots en scheef, maar dat maakte alles wat leuker.

9. Heb geduld, veel geduld

Het vraagt wat tijd. Zorg dat je die tijd ook hebt en plan enkele dagen niks. Het vraagt ook geduld, want die potjestraining gaat niet vanzelf. Maar het loont, denk daar aan.

Drie maanden later, hoe gaat het nu?

Kaka lukt nu ook zonder problemen. Maar dat was wel wat moeilijker. Het was een paar keer in het potje, maar daarna was het er eens naast. Toen was hij erg geschrokken en sindsdien vroeg hij om een pamper. Hij komt zelf zeggen dat hij kaka moet doen en dan doe ik hem een pamper om. Beter dit, dan dat hij op den duur verstopt zit.

We hielden het potje twee maanden aan en nu gaat hij al op het groot toilet met een wc verkleiner. Dat is wel handiger. Ook de grote boodschap lukt zelfs op het toilet. Dan krijgt hij wel erna een chocolaatje natuurlijk :-).

Succes met de tips! Hebben jullie nog aanvullingen?
Lees ook potjestraining: zo deden wij het!